Ondanks een terugval in orders momenteel, zal de halfgeleiderindustrie door het steeds toenemende aantal apparaten en sensoren in ons leven volgens analisten tot 2030 jaarlijks met zo’n tien procent blijven groeien. Die boot wil FUJIFILM Corporation niet missen, en dus injecteert de Japanse multinational 30 miljoen euro in haar site in Zwijndrecht als deel van een wereldwijde investeringsronde van bijna 1 miljard voor meer productiecapaciteit voor die markt. ‘Uiterlijk midden 2025willen we deze uitbreiding en het twintigtal nodige aanwervingen hiervoor rond hebben’, stelt president en managing director Hans Vloeberghs.
Bij het grote publiek is FUJIFILM onder die productnaam al vele decennia bekend als fabrikant van fotofilmproducten, maar FUJIFILM Corporation omvat vandaag veel meer dan dat. Zo heeft de Japanse groep met Electronic Materials een divisie die zich specifiek toelegt op materialen voor de productie van halfgeleiders.‘De basis van een halfgeleider is een siliciumschijf, die vervolgens wordt opgewerkt tot een chip die je vindt in allerlei elektronica. Voor dat productieproces leveren wij chipfabrikanten de nodige chemicaliën aan’, legt president en managing director Hans Vloeberghs van FUJIFILM Electronic Materials in Zwijndrecht uit.
Sinds de Japanse groep deze productiesite aan de Keetberglaan in 2004 heeft overgenomen van een Amerikaanse speler, was deze vestiging jarenlang haar enige Europese uitvalsbasis voor de productie van halfgeleidermaterialen. Daarnaast runt FUJIFILM wereldwijd wel nog tien gelijkaardige productieplants in onder andere Singapore, Taiwan en de Verenigde Staten. Begin oktober rondde de multinational evenwel voor 700 miljoen dollar de overname af van zeven productiesites voor halfgeleidermaterialen wereldwijd, waarvan vier in Europa. ‘In Europa zijn dat kleinere vestigingen in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië, die voordien behoorden tot de Amerikaanse groep Entegris. Uit deze groeispurt blijkt dus opnieuw het geloof van FUJIFILM in deze industrie. Op de site in Zwijndrecht heeft deze overname geen impact, want de activiteiten van de overgenomen productiesites zijn complementair aan wat wij hier doen. FUJIFILM kan hierdoor vooral zijn productgamma verbreden. Al zal er op termijn wel worden gekeken naar mogelijke synergieën tussen de verschillende plants.’
Tegen de dip in
Door overschotten in de markt als gevolg van de naweeën van verstoorde supply chain en recessievrees door de mindere economische conjunctuur, beleeft de micro- en nano-elektronica-industrie momenteel wel een vertraging. Zo zag de Nederlandse chipmachinefabrikant ASML zijn bestellingen in het derde kwartaal met liefst 42 procent zakken tegenover het voorgaande kwartaal.
‘Ook onze eerste jaren binnen FUJIFILM waren niet de gemakkelijkste periode, als gevolg van de vrij vlakke Europese groei van de industrie waarvoor we werken. Al waren we steeds winstgevend’, haalt Hans Vloeberghs aan. ‘Terwijl de fotofilmbusiness jaar na jaar afneemt, is het belang van de productie van halfgeleidermaterialen de jongste jaren wel alsmaar toegenomen. Deze industrie zit nu terug even in een dip, maar verwacht wordt dat die volgend jaar wel terug oppikt. Consumenten gaan nog steeds een nieuwe gsm en laptop nodig hebben. Chips zitten ook in veel andere zaken, van elektrische auto’s tot sensoren die je gezondheid of energieconsumptie monitoren. Ook voor artificiële intelligentie is er alsmaar meer computerkracht nodig. Binnen de groep is de divisie Electronic Materials al goed voor zeven procent van de totale omzet. Met het toenemende belang van micro- en nano- elektronica zal deze activiteit de komende jaren uitgroeien tot een nog stevigere poot.’
‘Elke site kan competenties opbouwen rond een specifiek product. Zo is er een heel constructieve wisselwerking tussen de verschillende sites, want we zijn geen concurrenten van elkaar.’
Want vertrouwde klanten onder de halfgeleiderfabrikanten, zoals Infineon en STMicroelectronics, hebben allemaal al geïnvesteerd in een uitbreiding van hun Europese productie. Hans Vloeberghs: ‘Zowel Intel als TSMC hebben de bouw van nieuwe fabrieken in Duitsland aangekondigd. Meer capaciteit houdt in dat ze meer chemicaliën nodig hebben.
Omdat FUJIFILM merkt dat de halfgeleiderindustrie ook in Europa stevig aan het groeien is, investeert de groep aanzienlijk in al haar sites, van Singapore over Amerika tot Zwijndrecht. Het gaat om investeringen voor bijna 1 miljard euro in capaciteitsuitbreiding, geavanceerde meettoestellen en R&D. Omdat de competenties van ons team tot op het hoofdkwartier gekend zijn, wou men ook hier zeker investeren.’
Decentrale R&D
De president, die al vijf jaar verantwoordelijk is voor de Europese site van FUJIFILM Electronic Materials, ervaart het als een grote blijk van vertrouwen vanuit Japan dat zijn team mee aan de groei mag timmeren. ‘De lopende investering van 30 miljoen euro is een van de grootste Europese investeringsuitgaven in vaste activa in de toeleveringsketen van halfgeleidermaterialen van de afgelopen tien jaar. Naar de site en mijn team is dit een belangrijk signaal dat de groep die investering uitrolt, ondanks de huidige dip in de markt. Daaruit spreekt dat ze op lange termijn denkt. Handelen volgens een strategie op lange termijn onderscheidt een Japans bedrijf toch van anderen’, vindt Hans Vloeberghs. ‘De bijkomende ruimte voor cleanrooms voor R&D en kwaliteitscontrole die er komt naast de uitbreiding van productie- en opslagruimte, past ook binnen de visie van FUJIFILM om de R&D-activiteiten binnen onze divisie niet te centraliseren in Japan. Elke site kan competenties opbouwen rond een specifiek product, met daaraan gekoppeld ook een eigen R&D-centrum hiervoor. Zo is er een heel constructieve wisselwerking tussen de verschillende sites, want we zijn geen concurrenten van elkaar. Hier in Zwijndrecht zijn we specifiek toegespitst op polyimiden, gespecialiseerde wateroplossingen en hoogzuivere solventen. Voor solventen speelt onder meer het feit mee dat deze materialen niet per vliegtuig getransporteerd mogen worden. ’
In zijn dagelijkse werking heeft het bedrijf op logistiek vlak dus zeker baat bij de nabijheid van de Antwerpse haven. ‘Chemicaliën en goederen vanuit onze zusterfabrieken in Azië en Amerika kunnen hier dankzij de aanwezige infrastructuur gemakkelijk binnenlopen per schip. En ook voor de levering van nodige grondstoffen kunnen we zo vrij eenvoudig terugvallen op leveranciers in Antwerpen, Rotterdam of Duitsland. Transport van hieruit naar onze klanten, die over Europa verspreid zitten, verloopt wel nog vaak met koelcontainers per vrachtwagen, omdat ladingen veelal temperatuurgevoelig zijn. Zo ervaren we ook wel de nadelen van de logistieke flessenhals die Antwerpen voor wegtransport nog wel is. Kleinere, intercontinentale ladingen gaan hier ook weleens buiten als luchtvracht.’

Intern opleiden
Als gevolg van die specialisatie is de beschikbaarheid aan kennis voor FUJIFILM Electronic Materials in Zwijndrecht al even belangrijk als het voorradig zijn van nodige grondstoffen. Op dit punt is de huidige krappe arbeidsmarkt ook geen grote hulp. ‘Zowel voor onze R&D-activiteiten als in onze productieomgeving hebben we nood aan technische profielen. Voor onderzoek en ontwikkeling spreken we dan over experten in procestechnologie, zeg maar masterprofielen en wetenschappelijke academici. Alleen wordt het in Vlaanderen stilaan problematisch om die nog te vinden’, roept Hans Vloeberghs beleidsmakers op om het STEM-onderwijs steviger te promoten. ‘We opereren pal naast de Antwerpse petrochemische cluster en ook verschillende grote farmabedrijven zijn gevestigd in de ruimere regio. We vissen met velen in dezelfde vijver. Bovendien zorgt het moeilijke verkeer door de Kennedytunnel voor een extra barrière, waardoor we vooral medewerkers aantrekken uit het Waasland.
Omdat we moeilijk de juiste mensen vinden en tegelijk kennis zoveel mogelijk willen borgen, hebben we een intern opleidingsprogramma opgezet. Dat laat medewerkers onder andere toe om hun basis scheikunde te vervolledigen. Wie hier al aan de slag is, kan zich zo bijscholen om stelselmatig door te stromen in het bedrijf. Vandaag tellen we al een 220-tal medewerkers. Door de lopende investering gaan we een twintigtal bijkomende mensen nodig hebben. Dat zijn niet alleen mensen voor productiefuncties, maar ook voor de ondersteunende functies.’
‘We kijken uit naar bijkomende beschikbare ruimte in het havengebied, maar stellen vast dat dit niet evident is.’
‘Vergroening zet zich ook door in chipproductie’
Voor de productie van chips is vertrekken vanuit zuivere grondstoffen een basisvereiste. ‘Elke chip moet 100 procent werken. Je kan het je nu eenmaal niet veroorloven dat bijvoorbeeld een airbag niet afgaat bij een ongeval. Daarom spitsen we ons sterk toe op het filteren en opzuiveren van de chemicaliën die we gebruiken’, legt Hans Vloeberghs uit. Daarnaast worden chips ook alsmaar kleiner en komen ze terecht in steeds nieuwe toepassingen. ‘Hierom moeten wij dan weer grijpen naar andere materialen. In onze industrie zet overigens de vergroening zich ook door. Om duurzamere producten te vervaardigen, verlangen klanten chemicaliën die groener zijn dan wat we tien jaar geleden leverden. Er komen trouwens ook zonnepanelen op ons dak, om het energieverbruik in de cleanrooms zelf deels mee te kunnen opvangen