De industriële cluster in het Antwerpse havengebied beleeft zorgwekkende tijden. Sinds het recordjaar 2018 vallen de productievolumes alarmerend terug. De productievolumes van 2022 lagen zelfs terug op het niveau van het jaar 2000. Dat blijkt uit de tweejaarlijkse productiemeting van Voka- Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland.
Gedelegeerd bestuurder Luc Luwel van Voka - Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland drukte in Knack zijn bezorgdheid hierover uit. Hij benadrukt de uitzonderlijke aard van deze terugval: ‘Dit is zeer verontrustend. Want zoiets hebben we de voorbije 40 jaar nooit meegemaakt.’ Al sinds 1980 monitort de Antwerps-Wase Kamer de productie van de 36 voorname industriële sites in het havengebied, en deze abrupte krimp markeert een historische breuk in de trend.
Sinds 2019 dalende cijfers
De index, die tot en met 2018 een gestage stijging van productievolumes liet zien, was slechts onderbroken door gebeurtenissen zoals de kredietcrisis en de sluiting van Opel Antwerpen in 2010. Na elke dip volgde telkens een vrij krachtig herstel, zodat de curve structureel stijgend bleef. In 2019 lagen de productiecijfers lager door een afkoelende conjunctuur. In 2020 doorkruiste de coronacrisis de verwachte heropleving; de vraag naar petrochemische basisstoffen viel terug. In 2021 herstelde de index maar gedeeltelijk. In 2022 donderde de productie naar beneden, zodat de productie terugviel tot het niveau van twintig jaar geleden. Voor 2023 wordt er geen beterschap verwacht.
Wat de daling nog alarmerender maakt, is dat die deze keer een structureel karakter heeft. De krimp heeft zich verspreid over een meerderheid van de industriële cluster, wat duidt op verslechterende algemene investerings- en ondernemingsomstandigheden, zeker binnen de chemische sector. Dit leidt tot bedrijfssluitingen en technische werkloosheid in het havengebied. Dit moet alarmbellen doen afgaan bij beleidsmakers. Maar door de grote vraag naar werknemers door de vele pensioneringen wordt dit nog onvoldoende opgenomen op de politieke agenda.
Uiteenlopende verklaringen
Diverse factoren dragen bij aan deze neerwaartse trend, waaronder gestegen energie-, grondstoffen- en personeelskosten die de concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland verzwakken. Bovendien spelen strenge Europese richtlijnen en regionale interpretaties hiervan ook een rol. Dit heeft geleid tot complexe regelgeving en rechtsonzekerheid in vergunningsdossiers. Ondernemingen hebben dringend behoefte aan rechtszekerheid, aangezien nieuwe investeringen de manier zijn om zich aan te passen aan de nieuwe economische realiteit. Net die sites waar de afgelopen jaren grote investeringen hebben plaatsgevonden, produceren nu wel meer.
Net die investeringen in productie en duurzaamheid zijn van kapitaal belang voor de toekomst. We hebben dus dringend een realistisch en actiegericht industrieel beleid nodig vanuit Vlaanderen, België én Europa. Ook een sluitend stikstofkader is primordiaal. Want anders gaan we de investeringen mislopen die onze industrie verduurzamen en revitaliseren voor de volgende decennia. Dat zou problematisch zijn. Voka - Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland blijft beleidsmakers de weg wijzen om de concurrentiepositie te herstellen en de economische groei te stimuleren.

Probleem stikstof : manoeuvreerruimte is op!
Er zijn enkele zekerheden in de stikstofsaga: het stikstofbad is vol en moet geledigd worden en we hebben liever vandaag dan morgen een stikstofdecreet. Een decreet dat een rechtszeker kader biedt om tijdig het stikstofbad (deels) te ledigen én een ijkpunt vormt om nieuwe vergunningsaanvragen aan te toetsen. Dit om ervoor te zorgen dat economische groei en natuurbescherming hand in hand kunnen gaan. Het hoeven geen tegenover elkaar geplaatste vijanden te zijn. Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland waarschuwde al eind 2020 via een vrije tribune dat ‘iedereen die enigszins begaan is met de toekomst en welvaart van ons land zich verschrikkelijk boos zou moeten maken’. Enkele jaren, een rits aan arresten van de Raad voor Vergunningenbetwistingen, ingetrokken ministeriële instructies en niet uitgevoerde politieke akkoorden later, is het nu meer dan vijf na twaalf. De facto zijn we voor economische investeringen in een vergunningenstop beland: hetzij omdat er ongunstige adviezen worden afgeleverd,hetzij omdat de vergunningverlenende overheden geen werkzaam toetsingskader hebben.
En als je denkt dat we het ergste gehad hebben: vergeet het maar. Vandaag wordt het stikstofargument zelfs ingeroepen om zinvolle infrastructuurprojecten zoals de spoorontdubbeling in Ekeren (Oude Landen) te torpederen. Dit project verhoogt de capaciteit van vracht over het spoor aanzienlijk en heeft meer milieuwinsten dan het equivalent via wegtransport. Omwille van de onzekere stikstofimpact bij de aanleg van dit infrastructuurproject, werd de verleende omgevingsvergunning eind september door de Raad voor Vergunningsbetwistingen vernietigd. Gekker hoeft het niet te worden. Als we de totale chaos willen vermijden moet de Vlaamse regering haar politiek stikstofakkoord van 10 maart 2023 respecteren en zo snel als mogelijk omzetten in een decretaal verankerd kader, waarbij een onderscheid gemaakt wordt in de behandeling tussen stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3). De Raad van State bevestigde in haar advies dat dit verschil juridisch overeind blijft, mits bijkomende motivering. Het is van belang aan te stippen dat het wel degelijk over een verschil in behandeling gaat tussen de stoffen ammoniak en stikstofoxiden, niet over een verschil tussen de sectoren landbouw en industrie. Bij het ter perse gaan van deze Ondernemers was er nog geen zicht op een concrete oplossing. Hopelijk is er een lichtpuntje aan het einde van de stikstoftunnel wanneer je dit leest en werken de beleidsverantwoordelijken eindelijk aan een structurele oplossing.