VeGHO, de Vereniging van de Gentse Havengebonden Ondernemingen, heeft een nieuwe voorzitter: Erik Chabot (Honda Gent). Na ruim twee termijnen geeft kersvers gepensioneerde Guy Bontinck (ex-ArcelorMittal Gent) de fakkel door. De wissel van de wacht vormt een ideaal momentum voor een gesprek over verleden, heden en toekomst van deze werkgeversorganisatie, wiens werking sinds 2013 geïntegreerd is met Voka Oost-Vlaanderen.
Wie is wie?
- Startte in 1984 bij staalreus ArcelorMittal Gent waar hij carrière maakte tot HR-directeur. “Vandaag is het bijna verdacht als je zolang bij één werkgever werkt. Bedrijven als ArcelorMittal trekken gelukkig nog m/v aan die een loopbaan willen uitbouwen. Er zijn dan ook enorme promotiemogelijkheden. Ik verzet me tegen het beeld dat onze arbeidsmarkt enkel nog jobhoppers telt.”
- Van 2008 tot april 2021 lid van managementcomité van ArcelorMittal Gent
- Met pensioen sinds 1 mei 2021.
- Was voorzitter van VeGHO van 2013 tot mei 2021.
- Begon in 1991 bij Honda Motor Europe Logistics in Gent. “Ik heb nooit meer dan vijf jaar dezelfde functie uitgeoefend.”
- Is bestuurder voor Honda Motor Europe Logistics sinds 2014.
- Is de nieuwe voorzitter van VeGHO sinds mei 2021 en ook kersvers voorzitter van de Voka-Havenvereniging, de vereniging die de Vlaamse private havenbedrijven verenigt.

Tekst Sam De Kegel – foto Wim Kempenaers
“Wie zijn geschiedenis kent, beheerst de toekomst”, zegt een Chinees spreekwoord. Dat blijkt ook uit het boek dat Guy Bontinck onder de arm heeft wanneer hij de Voka Box in Gent binnenwandelt. Van Association des Intérêts Maritimes de Gand tot Vereniging van Gentse Havengebonden Ondernemingen (VeGHO), luidt de titel die een eeuw (1904-2004) vertegenwoordiging van de privésector en van de Gentse havengeschiedenis in woord en beeld overkoepelt. Het boek start in la belle époque, een economische topperiode voor textielregio Gent met de opening van de (toen) nagelnieuwe zeesluis in 1910, de zogenoemde Westsluis. Na de Tweede Wereldoorlog slaagde de Gentse haven erin om zich om te vormen tot een nieuwe industriële haven met als sluitstuk het lange gevecht voor de huidige zeesluis van 1968. L’histoire se répète, want in 2022-2023 komt er alweer – of eindelijk, zo je wil – een Nieuwe Zeesluis, die nog grotere Cape Size-schepen zal ontvangen. Guy Bontinck: “Er zit een zekere wetmatigheid in de tijd die nodig is om bouwwerken van zo’n gigantische omvang te voltooien.”
Voor wie VeGHO niet kent, wat is de missie van deze werkgeversorganisatie?
Guy Bontinck: “VeGHO wil de samenwerking tussen de privéondernemingen in de haven bevorderen, waar nodig gemeenschappelijke standpunten bepalen en uitdragen ten opzichte van de meest diverse thema’s en natuurlijk de belangen van de Gentse havenregio verdedigen. Als er bepaalde dossiers zijn die een duw in de rug nodig hebben, staat onze organisatie klaar om die te communiceren naar de lokale, provinciale, Vlaamse en federale overheden. Daarnaast vertegenwoordigen we ook de havengebonden ondernemingen in relevante commissies of instanties zoals de Vlaamse Havenvereniging waar de ondernemingen uit één mond spreken via VeGHO.”
Is dat de voornaamste poot: lobbying?
Guy Bontinck: “Lobbying in de correcte betekenis van het woord. VeGHO heeft altijd in volle openheid geopereerd, ook als we standpunten innamen. We zijn er altijd wonderwel in geslaagd om met één stem naar buiten te treden, ook al gaat daar soms intern een stevige discussie aan vooraf.”
Welke zijn de voornaamste verwezenlijkingen van VeGHO het voorbije decennium?
Guy Bontinck: “Wanneer ik terugblik op mijn voorzitterschap van de voorbije acht jaar, zijn er me twee thema’s bijgebleven. Op één: de goedkeuring van de bouw van de Nieuwe Sluis in Terneuzen. Om eerlijk te zijn, het lobby- en duwwerk dat daarvoor nodig is geweest, is ook de verdienste van onze vroegere voorzitter Roger De Croock en het toenmalige bestuur. VeGHO heeft hard meegewerkt om dit verhaal tot een goed einde te brengen. Zo werd er een overeenkomst gesloten tussen Vlaanderen en Nederland voor de financiering en de bouw van de sluis, een heel gevoelig thema. Op twee: de opstart en de uitbouw van de samenwerking tussen Voka Oost-Vlaanderen en VeGHO sinds 2013. Ondernemersverenigingen hebben geen enkele baat bij een versnipperde organisatie en dito optreden. Het belang van de haven én van de economie in Oost-Vlaanderen zijn met elkaar verstrengeld. Er wordt nu volledig geïntegreerd samengewerkt.”
“VeGHo kreeg een grotere armslag binnen Voka en Voka kreeg meer focus op de haven die toch dé economische motor is van Oost-Vlaanderen”
Guy Bontinck (oud-voorzitter VeGHO)
‘We reiken elkaar de hand voor een sterkere dienstverlening en om nog meer te wegen op het beleid’, zei oud-Voka-voorzitter Chris De Hollander. Zijn de verwachtingen ingelost anno 2021?
Guy Bontinck: “Zeker. Het is wel belangrijk dat VeGHO bij de ‘grote broer’ Voka Oost-Vlaanderen een belangrijk accent kan blijven leggen op de rol van de haven voor de Oost-Vlaamse economie. Daarom blijft de organisatie as such ook bestaan. VeGHO kreeg een grotere armslag binnen Voka en Voka kreeg meer focus op de haven die toch dé economische motor is van Oost-Vlaanderen. Zoveel bedrijven hebben wel een link met de haven, ook al zijn ze er zelf niet actief.”

Een cruciale verandering was de creatie van een grensoverschrijdende semipublieke havenautoriteit voor de havens van Gent, Vlissingen en Terneuzen wat uitmondde in de fusiehaven North Sea Port (NSP) begin 2018. Hadden jullie daar ook zeggenschap in?
Guy Bontinck: “We zijn daar in een vroeg stadium reeds over geïnformeerd en kregen de kans om onze mening en bezorgdheden te uiten. We zijn erkend als vertegenwoordigers van havengebonden bedrijven.”
VeGHO lijkt me een organisatie die vooral achter de schermen noeste arbeid levert. Moeten jullie niet wat bekender worden bij het grote publiek zoals het havenbedrijf North Sea Port?
Guy Bontinck: “Onze leden zijn ondernemingen met vele gezichten en die hebben niet altijd dezelfde rol en belangen binnen de haven. Daarom is het nodig om thema’s intern te bespreken en zo tot een gezamenlijk standpunt te komen waar mogelijk. We zijn niet gediend met trompetgeschal. We zoeken naar die thema’s waar we gemeenschappelijke belangen hebben en dan komen we daarmee ook naar buiten.”
Als een bedrijf uit de haven een issue heeft met havenautoriteit North Sea Port, gaan jullie dan bemiddelen?
Guy Bontinck: “We zijn lid van de adviescommissie van North Sea Port. Toen de fusiehaven nog in opbouw was, wensten we dat we op eenzelfde manier toegang konden krijgen tot het bestuur van North Sea Port zoals dat vroeger was met de Gentse haven. Dat is nu ook zo. Daan Schalck, CEO van North Sea Port, is een regelmatige gast op onze bestuurs- en algemene vergaderingen. Die openheid naar VeGHO is zeker aanwezig. Soms zijn er natuurlijk politieke gevoeligheden waar wij ons niet kunnen, zullen en willen in mengen.”
Erik Chabot: “De samenwerking met havenbedrijf North Sea Port is primordiaal voor onze organisatie. We werken allemaal samen in en aan de haven. Natuurlijk zijn er soms gevoeligheden rond concessies, maar ook op operationeel vlak is die samenwerking cruciaal. Voor de ganse organisatie van het maritiem verkeer rond de sluiswerken moet een dialoog aanwezig zijn die ervoor zorgt dat alle betrokken partijen zo goed mogelijk door die transitiefase komen.
Dan moet je elkaar goed kennen en respecteren.”
Guy Bontinck: “Dat kenmerkt net de unieke havenwerking in het Gentse. Je hebt de ondernemingen, het havenbedrijf North Sea Port, de overheden, de universiteit, al die instanties werken heel goed samen met veel informele contacten. Je kan elkaar nog bellen en iets snel en concreet bespreken.”
Erik Chabot: “Het is niet altijd nodig om hard op tafel te kloppen. Je kan bepaalde materies beter informeel bespreken dan met een ronkend persbericht te komen waarin je zegt: ‘Wij vinden dat…’ Om consensus te bouwen, moet er eerst en vooral een vorm van wederzijds respect en vertrouwen aanwezig zijn op lange termijn, met korte communicatielijnen.”
Wat zijn de grootste uitdagingen voor de Gentse haven(gebonden)bedrijven de komende jaren op vlak van mobiliteit, arbeidsmarkt en innovatie?
Erik Chabot: “De krapte op de arbeidsmarkt is één van dé gemeenschappelijke thema’s bij de havenbedrijven, zeker voor gespecialiseerde en technische profielen. De aantrekkingskracht van de haven moeten we nog meer grensoverschrijdend bekijken en niet enkel lokaal of provinciaal. Toen het coronavirus opdook, vreesde men voor een ontslagengolf – die kwam er niet in de haven – en ik voorspel dat het tekort tijdens de relance nog nijpender zal worden binnen dit en twaalf maanden. Er worden heel wat initiatieven genomen, zoals samenwerkingen met VDAB en Stad Gent, om niet-actieven ook richting de haven te loodsen. Bedrijven willen ver gaan in het opleiden, maar de kandidaten moeten er wel zijn…”
Guy Bontinck: “Technisch opgeleide medewerkers zijn bijzonder schaars. Er moet veel activering gebeuren op onze arbeidsmarkt.”
(lees verder onder de foto)

Bestaat ook niet het risico dat de lat te laag wordt gelegd?
Guy Bontinck: “Zeer zeker. De nood kan zo hoog worden dat een bedrijf zich genoodzaakt ziet de jobvereisten te verlagen, en dat kan zeker niet de bedoeling zijn. Je moet de juiste profielen blijven aantrekken.”
Erik Chabot: “Vanuit VeGHO kijken we waar de problemen en manco’s zich situeren, maar als bedrijf en als Vegho heb je geen hefboom om de zaken te veranderen. Ook Voka heeft geen beslissingsbevoegdheid, maar toch wel een groter hefboomeffect op de nationale politiek dan lokale organisaties.”
Guy Bontinck: “Wat arbeidspopulatie betreft, moeten we ook nog meer het genderevenwicht nastreven. De haven is nog steeds een mannenbastion. Dat heeft natuurlijk meerdere oorzaken. In technische scholen zie je slechts enkele meisjes per klas. Daar loopt het al fout. Technisch onderwijs kampt nog altijd met een imagoprobleem, terwijl onze bedrijven smeken om technische profielen.”
Erik Chabot: “In de haven hebben we naast de specifieke maritieme profielen vooral hands on-profielen nodig, in elektriciteit, elektromechanica, klimatisering, noem maar op…”
Guy Bontinck: “Onze industriële bedrijven werken vaak volcontinu. Technisch geschoolde medewerkers werken dus in ploegen, maatschappelijk gezien is dat geen aantrekkelijk verhaal meer. Het evenwicht werk-privé speelt veel meer mee dan tien jaar geleden.”
Zijn we te kieskeurig of lui geworden?
Guy Bontinck: “Het is geen kwestie van luiheid. Sommigen willen iets minder verdienen en een beter sociaal leven hebben. Ik doe geen uitspraak over wie gelijk heeft en wie niet. De maatschappij is gewoon veranderd. Toen ik in 1984 solliciteerde, moest je niet vragen om parttime te werken. Vandaag word je als werkgever vriendelijk uitgenodigd om daar een oplossing voor te vinden.”
Erik Chabot: “Het vraagpakket van de medewerkers evolueert. ‘Hoe kan ik zelf mijn arbeid en privétijd verdelen, met meer glijdende uren’, staat centraal. De skills veranderen ook sterk door de digitalisering en verduurzaming van onze economie. Ik vrees dat de kloof tussen arbeidsmarkt en onderwijs nog verder zal vergroten door de vraag naar die specifieke profielen. Het onderwijs zal nog meer moeten inspelen op die veranderende behoeften.”
Is de haven bereikbaar genoeg voor (toekomstige) medewerkers?
Guy Bontinck: “Het is bedroevend om te zien hoe weinig er gebruik wordt gemaakt van het openbaar vervoer. Toen ik startte, werd er ook massaal aan carpoolen gedaan, vandaag werken mensen allemaal op verschillende tijdstippen. Het collectief vervoer neemt jaar na jaar af.”
Erik Chabot: “Fietssnelwegen juich ik toe, maar die hebben maar een beperkte radius. Wie uit Ronse naar de haven wil komen werken, zal nog steeds met de auto komen. Probeer ’s morgens en ’s avonds maar binnen en buiten de haven te geraken. Er wordt nu wel gewerkt aan de infrastructuur (ombouw R4 Oost en West, nieuwe rotondes, nieuwe Meulestedebrug,…red.), maar we zullen zien wat de toegevoegde waarde op termijn zal zijn.”
Guy Bontinck: “De mobiliteit verbeteren is heel nobel, maar tijdens de komende jaren vrees ik vooral immobiliteit door de vele infrastructuurwerken. Denk aan de Dampoort, de Meulestedebrug,… Daarna zal het hopelijk beter worden. Mobiliteit is ook een heel belangrijke factor geworden bij de jobkeuze. Je kan ijzer niet met je handen breken, maar VeGHO zal deze problematiek nog intenser aankaarten de komende jaren.”
Erik Chabot: “We moeten de juiste hefboom vinden om deze problematiek en andere aan te kaarten en oplossingen te creëren voor onze leden, in samenwerking met de juiste partners. Lidmaatschap bij VeGHO is niet gratis. Leden hebben dus een verwachtingspatroon, je moet dat lidmaatschap als organisatie verdienen. Maar je hoeft niet elke dag in de krant te staan om impact te creëren. We geloven niet in steekvlamcommunicatie.”
De fusiehaven beleeft ook een groene golf. Er lopen heel wat pioniersprojecten: opvang en hergebruik van CO2 tot nieuwe grondstof, plannen voor waterstoffabrieken, uitwisseling van energie,…
Erik Chabot: “Doordat je in een cluster dicht bij elkaar zit, worden de duurzaamheidsdoelstellingen nog scherper gesteld. Soms vormt de concentratie van bedrijven of industrieën een nadeel, voordeel is dat je samen initiatieven kan opzetten zoals het delen van (rest)warmte. Vandaag zie je steeds meer samenwerkingsverbanden ontstaan.”
Guy Bontinck: “Via VeGHO kennen de bedrijven elkaar, maar die samenwerkingen ontstaan organisch. Duurzaamheid wordt de license to operate. Ook de omgeving speelt een steeds grotere rol. Bedrijven in de haven komen met vaak visionaire groene innovaties, maar het begeleidend beeld op het tv-journaal is altijd een ‘vervuilende’ schouw.
Vergeet echter niet dat vele bedrijven deel uitmaken van een internationale groep. Waar precies welke investeringen gebeuren, die beslissing valt meestal in het buitenland. Daar moet je je als lokale organisatie niet te veel in mengen.”
Erik Chabot: (fijntjes) “Je moet zien tot hoever je springplank reikt.”
Hoe kijken jullie naar die andere golf die ons overspoelt, die van de digitalisering?
Guy Bontinck: “De uitdaging wordt: iedereen mee aan boord krijgen. Er ontstaat op dat vlak een reverse learning: de jonge garde moet de anciens meetrekken.”
Erik Chabot: “Digitaliseren wordt altijd bekeken als het transformeren van je processen naar de nieuwe realiteit, maar hoe krijg je alle medewerkers mee in dat verhaal, dat is dé uitdaging. Die evolutie kan op korte termijn heel ingrijpend zijn.”
Slotvraag: Guy, hoe kijk je terug op acht jaar voorzitterschap? En Erik, welke nieuwe of andere klemtonen wil je leggen?
Guy Bontinck: “Ik kijk terug met een gevoel van dankbaarheid, vooral omdat ik steeds het vertrouwen heb gekregen van de mensen van het bestuur, ook bij delicate discussies. Advies heb ik niet voor Erik, hij is al even lang gepokt en gemazeld in de havenwereld (lacht).”
Erik Chabot: “De continuïteit borgen staat op één. De komst van de Nieuwe Sluis zal veel ‘afgeleiden’ veroorzaken met betrekking tot de mobiliteit, de tewerkstelling en de clustervorming van havenbedrijven. Samen met Voka Oost-Vlaanderen moeten we blijven zoeken naar de juiste hefbomen om problemen op te lossen.
Ook de grensoverschrijdende fusiehaven zorgt voor een vernieuwende dynamiek en méér slagkracht qua tewerkstelling en toegevoegde waarde. Haven- en industriële activiteiten houden niet op aan de grens. Er zal ook nog meer samenwerking komen met andere havens. Ook hier moeten we zoeken naar gemeenschappelijke belangen en topics, ook al is de schaalgrootte anders. Laat ons zoeken naar wat ons verbindt. De concurrentie zit vaak (veel) verder dan in de nabije havens, dat verliezen we soms uit het oog. Kijk naar de infrastructuurwerken die nodig zijn om de Belgische havens levensvatbaar te houden op lange termijn. We moeten de Europese dimensie durven zien, dat geldt zowel voor weg-, water- als treinverbindingen.”
Meer weten over VeGHO?
Neem een kijkje bij al onze activiteiten op onze pagina.