Er zullen nog maatregelen moeten volgen om de concurrentiepositie van onze bedrijven te vrijwaren.
Voka heeft in het verleden hard aangedrongen op een grondige vergelijking van de energieprijzen in Vlaanderen en de buurlanden, zodat de concurrentiepositie van onze Vlaamse ondernemingen beter in kaart kan gebracht worden.
Nadat in april de studie uitkwam die Deloitte jaarlijks uitvoert in opdracht van de Febeliec, publiceerden de energieregulatoren vorige week een update van de studie die elk jaar door de energieregulatoren wordt besteld.
Na een eerste lezing nemen we als Voka volgende drie kernpunten mee:
1. De energieprijzen zijn sterk gestegen
Vergeleken met één jaar geleden is de gemiddelde aankoopprijs van elektriciteit voor bedrijven ongeveer verdubbeld. Dat is een tendens die ook in onze buurlanden zichtbaar is, met uitzondering van Frankrijk. In Frankrijk is de zuivere elektriciteitsprijs deels gereguleerd, waardoor de nucleaire uitbater een deel van zijn productie onder de marktprijs dien te verkopen. Mocht deze situatie zich structureel verankeren is dat erg slecht nieuws voor Vlaamse bedrijven die met Frankrijk concurreren.
2. De federale energienorm kent zijn effect
Een belangrijke vaststelling is dat voor de meest energie-intensieve industriële bedrijven minder beleidskosten worden doorgerekend in de elektriciteitsfactuur dan vorig jaar. Dat heeft te maken met de federale energienorm die sinds 1 januari 2022 van kracht is. Deze langverwachte maatregel heeft dus een onmiddellijk positief effect op de energiefactuur van bedrijven.
3. Onze bedrijven betalen de hoogste transmissienettarieven van de buurlanden
Wat echter wel onveranderd blijft is de vaststelling dat wat betreft de grootste elektriciteitsverbruikers we de hoogste nettarieven kennen van de buurlanden. Dit komt omdat onze buurlanden, zonder uitzondering, kortingen voorzien tot zelfs 90% op de transmissienettarieven voor verbruikers die omwille van hun afnameprofiel bijdragen aan de stabiliteit van het elektriciteitsnet. Om de concurrentiepositie van onze industriële verbruikers te garanderen, spreekt het voor zich dat ook in België zo'n regeling wordt ingevoerd.
De afgelopen jaren zijn er dus goede zaken gebeurd om de concurrentiekracht van onze ondernemingen op het vlak van energieprijzen te verbeteren. Maar het zijn turbulente tijden en ook onze handelspartners blijven niet stilstaan. Zo kondigde Duitsland nog maar pas aan dat het de doorrekening van kosten voor hernieuwbare energie helemaal van de elektriciteitsfactuur zal verdwijnen. Een regelmatige monitoring blijft dus noodzakelijk en wellicht zullen ook in de toekomst nog maatregelen moeten volgen om de concurrentiepositie van onze bedrijven te vrijwaren.