Om de kwaliteit van de gebouwen en de open ruimte te verbeteren, heeft het Antwerpse schepencollege net een update van de bouwcode goedgekeurd. Die omvat de lokale regels voor (ver)bouwprojecten, waarmee bouwheren, architecten en projectontwikkelaars aan de slag moeten. In vier vragen staat schepen van Stadsontwikkeling en Ruimtelijke Ordening Annick De Ridder stil bij de nieuwe bouwcode, die Antwerpen in 2024 definitief wil invoeren.
Volgens de nieuwe bouwcode krijgen ontwikkelaars van nieuwe projecten meer armslag. Wat is hier precies de bedoeling van?
Annick De Ridder: ‘De onderhandelingen rond de nieuwe bouwcode zijn pittig verlopen, maar hebben wel geresulteerd in een sterke visie over hoe we in Antwerpen de komende jaren zullen bouwen. De nieuwe bouwcode bewaakt de ruimtelijke kwaliteit op hoofdlijnen.
Ze bevat minder regels, biedt meer duidelijkheid en geeft meer vertrouwen aan al wie in deze prachtstad wil investeren. Wat hoogbouw betreft: we verwachten tegen 2030 zo’n 30.000 à 40.000 extra inwoners. Die bevolkingsgroei moet slim opgevangen worden. Liefst doordacht in de hoogte, rond multimodale knooppunten zoals stations en op grote percelen in brede straten bijvoorbeeld. Het voordeel daarvan is dat we zo op het maaiveld meer bomen, parken, open ruimte en speelgelegenheid kunnen voorzien. In ruil voor de bijkomende verdichting zet de stad in op ontharding en vergroening. Naar hoogbouw gaat de nieuwe bouwcode mee met de tijd. De huidige strenge interpretatie van de harmonieregel zorgt ervoor dat enkel kan wat reeds in de omgeving kenmerkend is. Dit bestendigt enkel de status quo en laat geen enkele evolutie toe. Om kwalitatieve verdichting mogelijk te maken, zal er dus gericht - waar het perceel er zich voor leent - afgeweken kunnen worden van het gangbare gabarit en de harde grens van 50 meter hoogte verdwijnt. Een grondige studie rond locatie- en architecturale geschiktheid is daarbij vereist daar waar er sprake is van een typische verdichtingsoperatie.’
Volgens critici kan dit leiden tot een ad-hocbeleid waarbij elke vergunning op een niet-transparante manier onderhandeld kan worden met het stadsbestuur. Hoe kijkt u naar die kritiek?
Annick De Ridder: ‘We snoeien in deze nieuwe bouwcode in de wildgroei aan regeltjes door de jaren heen is gegroeid. Minder regels, meer duidelijkheid en meer vertrouwen voor al wie in Antwerpen wil investeren. Wat uiteindelijk alle Antwerpenaren ongeacht hun portemonnee, samenstelling van gezin of woonwens woongewijs ten goede komt. Die kritiek komt mijns inziens wellicht van mensen die niet echt openstaan voor privaat ondernemerschap. Voor grote projecten vindt er inderdaad een voorbespreking plaats. Vrij logisch lijkt mij dat.’
Een belangrijke bezorgdheid van Antwerpenaren is de kwaliteit van hun skyline. Vandaar de regel die vroeger gold: niets mag hoger zijn dan de kathedraal. Krijgen we binnenkort een andere, meer ‘Amerikaanse’ skyline te zien vanaf Linkeroever?
Annick De Ridder: ‘De bevolkingsgroei moet slim opgevangen worden, zoals eerder aangegeven. Meer kunnen bouwen heeft een impact op de waarde van een perceel. Bouwheren leveren hiervoor een faire bijdrage aan een nieuw stadsgroenfonds. Dat kan worden ingezet voor ontharding, bijkomende vergroening en de aankoop van bouwpercelen die we groen willen houden. Meer wooneenheden én meer openbaar groen; het kan dus perfect. Ook op de betaalbaarheid van woningen heeft deze nieuwe bouwcode een gunstig effect.’
Verdichting betekent ook meer verkeers- en parkeerdruk in de binnenstad. Hoe houdt de nieuwe bouwcode hiermee rekening?
Annick De Ridder: ‘Verdichting hoeft niet per se te leiden tot meer verkeers- en parkeerdruk. In de oude binnenstad zetten we vol in op bewonersparkeren. Daar zijn verschillende modaliteiten gebouwd qua bezoek voor bewoners en rond bepaalde beroepen die in de oude binnenstad moeten zijn. Voor de rest is het, zoals in elke grotere stad in onze buurlanden, aangewezen om een parking op te zoeken. Net zoals het strategisch ruimteplan Antwerpen zet de nieuwe bouwcode in op gericht verdichten. Plekken die hiervoor uitermate geschikt zijn, zijn de multimodale knopen. Denk aan de huidige, maar ook aan nieuwe stations. Het is daar dat je echt ook werk kan maken van een ambitieuze modal shift.