Amper acht procent van wat de industrie in het Antwerpse havengebied produceert, wordt op vrachtwagens geladen. En amper twee procent van alle grondstoffen en producten die de Antwerpse industrie verwerkt, wordt via de weg aangeleverd. Zowel voor de inkomende als de uitgaande stromen zijn pijpleidingen en schepen de twee belangrijkste transportmodi. Dat blijkt uit recent onderzoek dat Voka Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland deed op vraag van Port of Antwerp.
Al sinds 1980 monitort de Antwerps-Wase Kamer van Koophandel de productievolumes, om het energieverbruik en de uitstoot van de Antwerpse industrie aan te kunnen relateren. Bij de recentste meting werd er in 2018 zelfs een nieuw recordvolume van 67 miljoen ton opgetekend, terwijl de industrie er voor het zesde jaar op rij in was geslaagd om haar fijnstofuitstoot terug te dringen. ‘Dat is op zich al een fantastische resultaat. Maar nog nooit had iemand in detail onderzocht, hoe die grote volumes uiteindelijk bij de eindklant of tot bij een andere industriële vestiging geraakten’, zegt gedelegeerd bestuurder Luc Luwel. ‘Op vraag van het Antwerps havenbedrijf, hebben we nu voor het eerst de in- en de uitgaande stromen van de 21 grootste productiesites in het havengebied gedetailleerd in kaart gebracht. Met deze oefening brengen we de modi van 80% van alle getransporteerde goederen in kaart.’ Let wel: het gaat hier dus enkel om wat door de eigen industrie verwerkt en geproduceerd wordt. Dat staat dus los van de volumes die de haven binnenkomen voor overslag.
We zetten de belangrijkste vaststellingen even op een rijtje:
• transport via pijpleidingen is goed voor bijna 70 procent van het totale aangevoerde volume en voor meer dan 30 procent van de uitgaande volumes
• transport via water is met stip de tweede belangrijkste modus: goederen worden voor bijna 30% aangevoerd en voor meer dan de helft afgevoerd via water
• wegtransport vertegenwoordigt slechts 7,7 procent van de uitgaande transporten en minder dan 2 procent van de inkomende transporten
• spoortransport is ondervertegenwoordigd (3,9 procent van de uitgaande stromen en 0,3% van de inkomende stromen)
Luc Luwel noemt de resultaten van de studie opmerkelijk en verhelderend tegelijk. ‘Dankzij onze tweejaarlijkse productie-index wisten we al dat onze industrie op milieuvlak niet altijd de erkenning krijgt die ze verdient. Nu kunnen we met cijfers in de hand bijkomend aantonen, dat ze slechts een heel klein aandeel heeft in het wegtransport. En dat ze ook alles in het werk stelt om op de meest duurzame manier de transporten te regelen.’
Opvallend daarbij is het grote belang van pijpleidingen voor de aanvoer van grondstoffen. ‘Zeker voor de chemie en de petrochemie is transport via pijpleidingen de veiligste, snelste en meest duurzame manier. Aangezien het pijpleidingennetwerk grotendeels onder de grond zit, vermijdt het eveneens landschapsvervuiling.
Verder valt het grote belang van de binnenvaart voor de afvoer van goederen en het haast verwaarloze aandeel van het spoortransport op. Volgens Luc Luwel loopt dat min of meer parallel met de situatie in de logistieke sector. ‘Daar zijn ze er in geslaagd om het aandeel van de binnenvaart in enkele jaren tijd op te trekken naar 38 procent. Maar ook daar blijft het goederenvervoer via spoor achterop hinken. Daar zijn een aantal structurele verklaringen voor waarvan een ontoereikende spoorinfrastructuur die ook niet meer aangepast is aan de moderne vereisten, de belangrijkste is. Die leidt dan weer tot een gebrekkige marktwerking met te weinig private aanbieders. Als we onze wegen nog meer willen ontlasten, dan is het aan de overheid om daar iets aan te doen. Zowel onze logistieke sector als onze industrie zijn vragende partij’
Modal split Antwerpse productiebedrijven - bron KvKAW, 2019